Skip to main content
Categorie: Category

Naast onderzoek en behandeling van specifieke oogproblemen, kan u bij Studio Oculiste eveneens terecht voor een algemene controle van de ogen, zowel bij kinderen als volwassenen:

– refractie onderzoek (bril- of contactlens aanpassing)
– oogdrukmeting
– netvlies onderzoek (oa. bij diabetes patienten)
– onderzoek van het voorste oogsegment

Ook voor oogheelkundige spoedgevallen en rijgeschiktheidsonderzoeken kan u bij ons terecht.

Categorie: Category

The eyes are the window to your soul.
– William Shakespeare

Het menselijke oog is een zintuig dat gebruik maakt van licht om een beeld door te geven aan de hersenen.

We ZIEN door een samenwerking tussen de ogen en hersenen.
De vier meest voorkomende refractie-afwijkingen zijn:

– Bijziendheid of myopie
– Verziendheid of hypermetropie
– Astigmatisme
– Ouderdomsverziendheid of presbyopie

Emmetropie: Bij een normaal oog komt het licht binnen en worden de stralen gebroken zodat het brandpunt precies op het netvlies valt. U heeft dan geen bril nodig.

Myopie: Bij een bijziend oog valt het brandpunt van de stralen voor het netvlies waardoor een wazig beeld ontstaat. U heeft dan een bril of lenzen nodig met negatieve sterkte.

Hypermetropie: Bij een verziend oog valt het brandpunt van de lichtstralen achter het netvlies waardoor een wazig beeld ontstaat. U heeft dan een bril of lenzen nodig met positieve sterkte.

Bij astigmatisme is de vorm van het oog niet mooi rond maar heeft het de vorm van een rugbybal, hierdoor kan het beeld ook onscherp zijn en heeft u brilglazen nodig met cilinder of torische contactlenzen.

Presbyopie: Bij ouderdomsverziendheid wordt de kwaliteit van het dichtbij zien slechter. Door de leeftijd vermindert de elasticiteit van de ooglens en kan het oog niet goed meer accommoderen. Dit kan verholpen worden door het dragen van een leesbril of door een positieve additie toe te voegen aan een reeds bestaande brilcorrectie / multifocale bril.

Dr Verhelst helpt u graag met een voorschrift voor uw bril of lenzen.

Categorie: Category

Cataract, wat soms “het groeien van een vliesje over het oog” of “staar” genoemd wordt, is in feite het troebel worden van de ooglens met als gevolg vermindering in gezichtsscherpte, een grauwer kleurenzien en wazig zicht. De lens is in normale omstandigheden glashelder doch door veranderingen in de structuur vermindert de helderheid en ontstaat mistig, wazig zicht. In bepaalde vormen van cataract is dit meer uitgesproken in fel zonlicht. In de beginstadia kan cataract soms verholpen worden met een bril of kan men dit ervaren als “beter” zicht bij aflaten van de bril. De diagnose zal via een degelijk oogonderzoek gemakkelijk gesteld worden, waarbij tevens andere mogelijke oorzaken zullen uitgesloten worden.

Enkel via een heelkundige ingreep kan de toestand verholpen worden. lndien cataract niet geopereerd wordt, zal geleidelijk het zicht verder verminderen, zelfs met mogelijke blindheid tot gevolg. Bij de chirurgische techniek, die in het algemeen zeer goede resultaten geeft, wordt de vertroebelde lens verwijderd, waarna een kunstlens in de kapselzak wordt gebracht om het zicht te herstellen.

Cataract onstaat bij de meeste mensen door ouderdom. In zeldzame gevallen kan lensvertroebeling aanwezig zijn vanaf de geboorte, na verwondingen aan het oog, bij inname van bepaalde medicatie (bv. Cortisonen), bij suikerziekte of bij de ziekte van Steinert.

Voor de operatie
Voor de operatie zal via een meting van de kromming van het hoornvlies en de ooglengte de sterkte van de kunstlens, die tijdens de operatie wordt ingebracht, bepaald worden. Het oog wordt in kaart gebracht om astigmatisme en eventuele nood voor astigmate kunstlenzen na te gaan.

Tijdens de operatie

Verdoving
De ingreep wordt in AZ Klina bijna altijd onder lokale verdoving uitgevoerd. De ingreep duurt ongeveer 10 à 20 minuten.

Chirurgie
De chirurgische techniek, die momenteel in AZ Klina wordt toegepast bestaat hierin dat de lens verwijderd wordt via een kleine insnede van +/- 3 mm waardoor het mogelijk is de lens op te zuigen (= phaco-emulsificatie). Hierna wordt een plooibare (silicone) kunstlens in het lenszakje geplaatst. Door deze kleine insnede is het mogelijk te werken zonder plaatsen van draadjes omdat de wonde zichzelf afsluit. Dit geeft een snelle recuperatie van het zicht op enkele dagen of zelfs de dag na de ingreep. Uw oogarts geeft u graag uitleg over de activiteiten die u best niet kunt uitvoeren.

Nastaar of vertroebeling van het achterste lenskapsel ontstaat bij iedereen maanden tot jaren na de operatie. Hierdoor ontstaat opnieuw een wazig zicht of “secundair cataract”. Een Yag laserbehandeling is dan geïndiceerd.

Download de brochure van cataractoperatie.

Categorie: Category

Glaucoom of groene staar is een aandoening van de oogzenuw. Hierbij sterven er geleidelijk meer en meer oogzenuwvezels af, wat kan leiden tot onomkeerbare defecten in het gezichtsveld. Op lange termijn kan dit evolueren naar een tunnelzicht en kan blindheid ontstaan. Als patiënt merkt u de symptomen pas vanaf een vergevorderd stadium. Daarom is tijdige opsporing/screening van belang. Een jaarlijks oogonderzoek is aangeraden voor alle personen met een verhoogd risico.
Glaucoom bestaat in twee vormen; open hoek glaucoom en gesloten hoek glaucoom.

Open hoek glaucoom is de meest voorkomende, vaak chronische vorm van glaucoom. Geleidelijk ontstaat er aantasting van de oogzenuw door een een hoge oogdruk. Dit ontstaat door een onevenwicht tussen aanmaak en afvoer van het oogkamervocht. Doordat de druk binnenin het oog te hoog is, is er een verminderde bloeddoorstroming naar de oogzenuw. Hierdoor worden zuurstof en voedingsstoffen minder goed aangevoerd, waardoor de zenuwvezels afsterven.

Gesloten hoek glaucoom kent zowel een acuut als een chronisch verloop.
Bij een acuut (gesloten hoek) glaucoom ontstaat er op zeer korte tijd een erg hoge oogdruk ten gevolge van een plots volledig gesloten voorste oogkamer en dus ook een afgesloten afvoer van het oogkamervocht. Dit gaat gepaard met een plotse hevige pijn, slecht zicht, een rood oog en misselijkheid.
Een YAG-iridotomie kan in bepaalde gevallen door uw oogarts aangeraden worden ter preventie van deze oogheelkundige urgentie.

Bij de chronische vorm ontstaan er kleine kortstondige episodes van eventueel een rood oog, ongemak, witte kringen rondom lichtbronnen (halo’s), daling van gezichtsscherpte en hoofdpijn.

Familiale voorgeschiedenis van glaucoom, leeftijd, hoge bijziendheid, bepaalde geneesmiddelen (zoals cortisone), hart-en vaatziekten en Afrikaanse origine zijn de belangrijkste risicofactoren.

Bij onderzoek naar glaucoom voert de oogarts de volgende onderzoeken uit: het meten van de dikte van het hoornvlies, oogdrukmeting, gezichtsveldonderzoek en aspect van de papil of oogzenuw, alsook de voorkamerhoek.

Behandeling van glaucoom is mogelijk met oogdrukverlagende druppels en/of medicatie. Indien de oogdruk hiermee nog niet onder controle is, kunnen laserbehandelingen of chirurgische ingrepen nodig zijn om gezichtsveldverlies tegen te gaan.

Categorie: Category

Dry Eye Disease (DED) is een veel voorkomend probleem bij ongeveer 5 tot 15% van de bevolking. De prevalentie van de ziekte stijgt met de leeftijd en doet zich voor als gevolg van een verminderde traanvochtproductie, toegenomen verdamping van het traanvocht of abnormale samenstelling (slechte kwaliteit) van de waterige of lipidenlaag van de traanfilm.

Klachten van droge ogen kunnen zijn:
• droogtegevoel
• pijn
• vermoeide ogen
• branderige ogen
• zandgevoel
• jeuk
• drukgevoel
• klevende ogen
• tranende ogen (reflextranen)
• rode ogen
• wisselend en waziger zicht

Oogdroogte wordt o.a. in de hand gewerkt door omgevingsfactoren (airco, verwarming, ventilatie, wind, rook,…), langdurig lezen, beeldschermwerk, autorijden, TV kijken, contactlenzen dragen, hormonale veranderingen (bv. menopauze, zwangerschap, menstruatie, leeftijd), post-refractieve heelkunde, chronische blepharitis, rosacea, auto-immuunziekten bv. Sjögren, medicatie, o. a. anticonceptie, antidepressiva,…

Daarnaast kunnen te weinig of slechte knipperbewegingen ook aanleiding geven tot droge ogen vanwege de slechte verspreiding van de tranenfilm over de oogbol.

Aan de hand van de juiste diagnose wordt de aangepaste behandeling voorgeschreven.

Deze kan bestaan uit:
• kunsttranen (druppels, gel, zalf)
• ooglidrand hygiene
• plaatsen van punctumplugs
• pijnloze lichttherapie (IPL)

Categorie: Category

De meest frequente netvliesproblemen zijn maculadegeneratie en netvliesaantasting door diabetes. Andere oorzaken zoals trombose, uveïtis en hypertensieve retinopathie komen ook geregeld voor. Na een grondig onderzoek, vaak met dilaterende oogdruppels, kan uw arts een diagnose stellen en de behandeling met u bespreken.

Leeftijdsgebonden macula degeneratie
Het is de belangrijkste oorzaak van gezichtsstoornissen bij oudere volwassenen (>60 jaar).
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie wordt afgekort als “LMD”. LMD is een aandoening van het netvlies of de binnenste bekleding van het oog. Deze laag bestaat uit visuele receptoren en zenuwvezels. De gele vlek of macula is het deel van het netvlies dat verantwoordelijk is voor de centrale gezichtsscherpte.
Bij LMD hopen afvalstoffen en vetstoffen zich op ter hoogte van de macula en ontstaan er pigmentverschuivingen. Eveneens kunnen er fijne bloedvaatjes van slechte kwaliteit groeien en kunnen deze lekkage vertonen. Hierdoor ontstaan bloedingen en vochtophopingen onder het netvlies.
Er bestaan twee types: droge LMD en natte LMD. Beide vormen gaan gepaard met een verminderde centrale gezichtsscherpte, donkere vlek in het midden van het beeld en vervormingen van het beeld of metamorfopsie. Maculadegeneratie kan het daarom moeilijk maken om te lezen of gezichten te herkennen, hoewel er voldoende perifeer gezichtsvermogen overblijft voor andere dagelijkse activiteiten.
Leeftijd, geslacht (vrouw > man), blanke ras, roken, (ongezonde) voeding, zonblootstelling en erfelijkheid behoren tot de risicofactoren.
Aan de hand van oogfundusonderzoek, OCT scan doorheen de lagen van het netvlies en fluoangiografie (foto’s van het netvlies na het intraveneus inspuiten van een fluoresceïne kleurstof) wordt de diagnose gesteld en wordt de progressie nauwgezet opgevolgd.

Behandeling
Droge vorm: Er is geen behandeling beschikbaar voor deze aandoening, maar vitaminesupplementen met een hoge dosis antioxidanten, luteïne en zeaxanthine worden aanbevolen om de progressie van droge maculadegeneratie te vertragen en, bij sommige patiënten, de gezichtsscherpte te verbeteren.

Neovasculaire of exsudatieve LMD, de ‘natte’ vorm van gevorderde LMD: Nieuwe geneesmiddelen, anti-angiogene middelen of anti-VEGF (anti-vasculaire endotheliale groeifactor) middelen kunnen regressie van de abnormale bloedvaten veroorzaken en verbetering van het gezichtsvermogen indien direct in het glasvocht geïnjecteerd. Het is vaak nodig deze injecties regelmatig te herhalen.

Diabetische retinopathie
Diabetes kan ernstige oogafwijkingen veroorzaken.
Naast een goede oppuntstelling van de glycemie is een jaarlijks preventief oogonderzoek door de oogarts aangewezen bij alle diabetespatiënten.

Diabetische retinopathie kan niet altijd voorkomen worden; bepaalde factoren werken de ontwikkeling ervan wel in de hand: o.a. slecht geregelde diabetes, roken en hoge bloeddruk, overgewicht, … Het risico is ook hoger gedurende een zwangerschap.
Een zorgvuldige opvolging en behandeling van de oogproblemen is nodig om de schade in de mate van het mogelijke te beperken.

Diabetische retinopathie wordt veroorzaakt door veranderingen in de kleine bloedvaatjes van het netvlies. Door veranderingen in hun wand gaan deze bloedvaatjes lekkage vertonen waardoor bloed en vocht, oedeem en exsudaten, in de retina terechtkomen en de functie van het netvlies verstoren. (=niet proliferatieve vorm).

Soms gaan er als reactie op een zuurstoftekort in bepaalde delen van het netvlies, nieuwe abnormale bloedvaatjes groeien op de retina (neovascularisatie). Deze nieuwe bloedvaatjes zijn van slechte kwaliteit, gaan gemakkelijker bloeden en kunnen uiteindelijk blindheid veroorzaken (=proliferatieve vorm).

Tenslotte kan diabetes ook leiden tot lekkage en zwelling in het centrale deel van het netvlies, de macula, dat instaat voor het scherptezicht waardoor vooral het lezen ernstig gestoord kan worden (=diabetisch maculair oedeem of exsudatieve diabetische maculopathie).

Categorie: Category

Scheelzien, loensen of strabisme is een oogafwijking waarbij de ogen niet in dezelfde richting kijken.

Kinderen
Bij kinderen kan het een aangeboren afwijking zijn of pas optreden tijdens de kinderjaren.

Baby’s hebben vaak nog een brede neusbrug, waardoor men de indruk heeft dat de oogjes naar binnen draaien. Dan gaat het over pseudostrabisme en meestal verdwijnt dit met het groeien.

In vele gevallen is er sprake van een familiale voorgeschiedenis van strabisme met daardoor een verhoogd risico op blijvend scheelzien. Ook prematuren hebben meer kans op een asymmetrische oogstand.

Aangeboren scheelzien dat continu zichtbaar is vraagt om een vroegtijdig onderzoek en behandeling.

Indien het scheelzien slechts af en toe zichtbaar is maar blijft voorkomen na de leeftijd van 9 maanden, dan is een oogonderzoek eveneens aangewezen.

Sommige kinderen ontwikkelen een afwijkende oogstand op peuter-kleuterleeftijd. Deze aandoening moet zo vroeg mogelijk worden behandeld door afdekking van het goede oog, zoniet bestaat er kans op een ‘lui oog’ of amblyopie.

Een lui oog ziet minder scherp doordat het detailzicht op jonge leeftijd onvoldoende ontwikkeld is. Een oog wordt lui wanneer de juiste stimulatie ontbreekt tijdens de eerste levensjaren. Onvoldoende stimulatie zorgt voor een verminderde ontwikkeling van hersencellen die verantwoordelijk zijn voor het detailzicht. Zo wordt een oog dat in aanleg gezond is, toch een slechtziend oog, zelfs met de best aangepaste bril. Een lui oog is niet meer te behandelen na de leeftijd van 8 à 10 jaar, de slechtziendheid is dan definitief.

De behandeling van het luie oog start bij voorkeur zo jong mogelijk, eventueel al tijdens het eerste levensjaar. Hoe vroeger men de behandeling start en hoe consequenter men de behandeling aanhoudt, des te beter de uiteindelijke gezichtsscherpte zal zijn. Voor de behandeling van een lui oog wordt een bril voorgeschreven of een oogpleister of een combinatie van beide. De bril zorgt voor een scherp beeld op het netvlies, een oogpleister op het goede oog dwingt het luie oog tot ‘kijken’.

Volwassenen
Bij volwassenen zijn ook meerdere oorzaken van strabisme mogelijk:
– Onbehandeld scheelzien op kinderleeftijd kan op volwassen leeftijd aanleiding geven tot het wegdraaien van een oog.
– Een slechtziend oog tengevolge van een ongeval of ander oogletsel.
– Paralytisch strabisme of scheelzien door een oogspierverlamming kan voorkomen na een ongeval met hersenbeschadiging, bij neurologische aandoeningen, bij diabetes, bij vaatlijden met zenuwaantasting door zuurstoftekort of na een hersenbloeding.
– Scheelzien door een mechanische beperking van de oogspieren komt voor na een ongeval met beschadiging van de oogkas of bij patiënten met schildklierlijden en daardoor aantasting van de oogspieren.

Door het verrichten van een orthoptisch onderzoek kan worden vastgesteld om welke vorm van scheelzien het gaat.

Oogoefeningen, occlusietherapie bij amblyopie, dragen van een ooglapje, prismabrillen en een eventuele operatie aan de oogspieren behoren tot de therapeutische mogelijkheden.
Dr Verhelst bespreekt na grondig onderzoek de behandeling met u en zorgt voor een adequate opvolging.

Categorie: Category

Een ooglidcorrectie (de zogenaamde blepharoplastie of ooglift) is een operatieve correctie waarbij de overtollige huid van het onderste of bovenste ooglid wordt verwijderd. De oogleden kunnen in de loop van de tijd hun stevigheid verliezen en gaan hangen. Hierdoor ontstaan klachten zoals gezichtsverlies, maar ook traanogen, geïrriteerde ogen en/of een zwaar, drukkend of vermoeid gevoel rond de ogen. Deze klachten kunnen in alle leeftijdscategorieën voorkomen en zijn niet enkel voorbehouden aan ouderen.

De operatie duurt in het algemeen ongeveer 45 minuten en gebeurt onder plaatselijke verdoving in AZ Klina te Brasschaat. De ingreep is volledig pijnloos. De behandeling wordt vooraf in een consultatie besproken waarbij de arts bekijkt of de ooglidcorrectie noodzakelijk is.

Tijdens die voorafgaande consultatie worden bijkomende onderzoeken, o.a. gezichtsveldonderzoek, uitgevoerd om te bepalen of de ingreep een medische of enkel een esthetische indicatie heeft. Dit dient voorafgaandelijk bevestigd en goedgekeurd te worden door de adviserende arts van het ziekenfonds.

De arts geeft u graag meer uitleg over het verloop en de nazorg van zo’n behandeling.